Koken op verschillende warmtebronnen

Mijn docente Chinese voedingsleer van de BOCAM-opleiding vertelde ooit tijdens de les over het gezondheidseffect van de verschillende warmtebronnen op je gezondheid. Ik vond dit interessant.  Je leest hier nooit/zelden over. Daarom wil ik het hier kort bespreken.

Koken kan je (nog) op gas, elektrisch, keramisch, op inductie of in de magnetron. Westers gezien maakt dit voor de voedingswaarde van het eten niet veel uit. We kijken bij de keuze voor een kookplaat vooral naar het gebruiksgemak en eventueel naar kosten en uiterlijk.

Oosters gezien is het een ander verhaal. Volgens de Chinese voedingsleer kun je het best kiezen voor een zo natuurlijk mogelijke warmtebron. Daarbij is de voorkeursvolgorde: hout (niet echt een optie voor koken in huis 😉), gas, elektrisch, inductie/keramisch. De magnetron wordt volgens deze zienswijze echt afgeraden.

Ik zal proberen uit te leggen waarom (stukje natuurkunde): alle moleculen van een stof trillen. Als je voedsel verwarmt, gaan de moleculen harder trillen. Dat is een natuurlijk proces. Nu zegt men dat bij een magnetron de toegevoerde energie ineens zo hoog is, dat de moleculen uit hun natuurlijke trillings-stand worden gerukt en zodanig veranderen dat je lichaam ze niet meer herkent. Je houdt energetisch gezien leeg voedsel over.

Aangezien wij in het westen vooral naar vitaminen en mineralen van een voedingsmiddel kijken, en niet naar de energetische waarde (en dan bedoel ik niet de calorische waarde), is dit een lastig verhaal. Maar misschien spreekt het je wel aan.